Leeskring.
Mauk ligt op zijn ziekbed en verlangt naar de dood. In zijn verwarde geest
komen herinneringen boven aan zijn jeugd. Als enig kind groeide hij tussen een gewelddadige vader en een liefdevolle moeder op tot een angstige jongen. Om zichzelf en zijn moeder te beschermen, riep hij Henri in leven, een oudere fantasie-broer. Via hem kon hij zijn woede ventileren en wraak nemen.
Voortbouwend op de boeken van Karl May, waarmee zijn vader hem
terroriseerde, vluchtte hij vaak in verhalen die zich afspeelden in het Wilde Westen. De oude Mauk is als ik-verteller onbetrouwbaar geworden, want “wat is waarheid?” van wat in zijn geest opduikt?
Van Toortelboom toont aan hoe traumatische gebeurtenissen in de jeugdjaren een mens tot op hoge leeftijd kan ontwrichten.
Davidsfonds i.s.m. Bibliotheek Wijnegem